Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mamá:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor mamá (Spaans) in het Nederlands

mamá:

mamá [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la mamá (madre; mamacita; mamita; mami)
    de moeder
    – vrouw die een of meer kinderen gekregen heeft 1
    • moeder [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
      • dag kind, is je moeder thuis?1
    de mamma; de mammie; de mama; de moe; mams; de ma
    • mamma [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • mammie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • mama [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • moe [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • mams [znw.] zelfstandig naamwoord
    • ma [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mamá:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ma madre; mamacita; mami; mamita; mamá
mama madre; mamacita; mami; mamita; mamá
mamma madre; mamacita; mami; mamita; mamá
mammie madre; mamacita; mami; mamita; mamá
mams madre; mamacita; mami; mamita; mamá
moe madre; mamacita; mami; mamita; mamá
moeder madre; mamacita; mami; mamita; mamá
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
moe cocido; hecho

Synoniemen voor "mamá":


Wiktionary: mamá

mamá
noun
  1. informele benaming voor moeder door haar kind.

Cross Translation:
FromToVia
mamá mama mum — mother (informal, familiar)
mamá mama mummy — child's term for mother
mamá mammie Mama — (umgangssprachlich) für die Mutter
mamá mammie Mutti — Koseform zu Mutter
mamá mammie maman — Nom donné à la mère par son enfant (y compris à l’âge adulte), pour la désigner affectueusement.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van mamá