Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manchado:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor manchado (Spaans) in het Nederlands

manchado:

manchado bijvoeglijk naamwoord

  1. manchado (con motas; punteado; moteado; emborronado; salpicado de manchas)
    gestippeld; gespikkeld; spikkelig
  2. manchado (moteado)
    bevlekt; vlekkerig
  3. manchado (ensuciado; emborronado)
    bepleisterd
  4. manchado (pringoso)
    bevlekt; vlekkig
  5. manchado (emborronado; ensuciado)
    beklad
    • beklad bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor manchado:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gespikkeld con motas; emborronado; manchado; moteado; punteado; salpicado de manchas moteado
gestippeld con motas; emborronado; manchado; moteado; punteado; salpicado de manchas
spikkelig con motas; emborronado; manchado; moteado; punteado; salpicado de manchas
vlekkerig manchado; moteado
vlekkig manchado; pringoso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beklad emborronado; ensuciado; manchado
bepleisterd emborronado; ensuciado; manchado
bevlekt manchado; moteado; pringoso

Synoniemen voor "manchado":


Wiktionary: manchado


Cross Translation:
FromToVia
manchado gevlekt mottled — spotted
manchado verworpen; verlaten reprobate — rejected by god