Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manufactura:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor manufactura (Spaans) in het Nederlands

manufactura:

manufactura [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el manufactura (fabricación; construcción; elaboración; confección)
    de constructie; de fabricage

manufactura [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la manufactura (hechura; elaboración; confección; producción; fabricación)
    de maak
    • maak [de ~] zelfstandig naamwoord
    het merk
    – naam die een fabrikant aan een produkt geeft 1
    • merk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • welk merk koffie gebruik jij?1
  2. la manufactura (fabricación; mercancía; producto; producción; hechura)
    de makelij
    • makelij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manufactura:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
constructie confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura composición; construcción; estructura
fabricage confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura confección; elaboración; fabricación; producción
maak confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción
makelij fabricación; hechura; manufactura; mercancía; producción; producto
merk confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción característica; distintivo; emblema; marca; marca comercial; marca registrada; rasgo característico; símbolo

Synoniemen voor "manufactura":


Computer vertaling door derden: