Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal marineros

Vertaal marineros van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

marineros:
- zeelieden; zeemannen; varensgezellen
marinero:
- zeeman; matroos; schepeling
Wiktionary:
- marineros → zeelieden
- marinero → matroos
- marinero → matroos, zeeman

Spaans

Uitgebreide vertaling voor marineros (Spaans) in het Nederlands

marineros:

marineros [el ~] zelfstandig naamwoord

el marineros (marinos)
de zeelieden; de zeemannen; de varensgezellen
- zeelieden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- zeemannen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- varensgezellen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor marineros:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
varensgezellen	marineros; marinos
zeelieden	marineros; marinos
zeemannen	marineros; marinos

Verwante woorden van "marineros":

marinero

Wiktionary: marineros

marineros

noun

een groep van personen die voor hun beroep de zee bevaren
- zeelieden → marinos; marineros

marineros vorm van marinero:

marinero [el ~] zelfstandig naamwoord

el marinero (marino)
de zeeman
- zeeman [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el marinero
de matroos
- matroos [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el marinero (miembro de la tripulación del barco; tripulante; navegante; grumete; aprendiz de marinero; compañero de navegación; compañero del barco)
de schepeling
- schepeling [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marinero:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
matroos	marinero
schepeling	aprendiz de marinero; compañero de navegación; compañero del barco; grumete; marinero; miembro de la tripulación del barco; navegante; tripulante
zeeman	marinero; marino

Verwante woorden van "marinero":

marineros, marinera, marineras

Synoniemen voor "marinero":

barquero; lanchero; batelero; remero; timonel; botero
grumete
nauta; navegante

Wiktionary: marinero

marinero

noun

een zeeman van de laagste rang
- matroos → marinero

Cross Translation:

From	To	Via
• marinero	→ matroos	↔ Matrose — Angehöriger der Marine; niedrigster Dienstgrad
• marinero	→ zeeman	↔ Seefahrer — Menschen, Gruppen oder Völker, deren Leben hauptsächlich von der Seefahrt geprägt ist
• marinero	→ zeeman	↔ Seemann — eine in der Seeschifffahrt tätige Person
• marinero	→ matroos	↔ sailor — worker on a ship
• marinero	→ matroos; zeeman	↔ seaman — mariner or sailor

Computer vertaling door derden: