Uitgebreide vertaling voor mermar (Spaans) in het Nederlands
mermar:
-
slinken;
inkrimpen;
krimpen
-
slinken
werkwoord
(slink, slinkt, slonk, slonken, geslonken)
-
inkrimpen
werkwoord
(krimp in, krimpt in, kromp in, krompen in, ingekrompen)
-
krimpen
werkwoord
(krimp, krimpt, kromp, krompen, gekrompen)
-
slinken;
afnemen;
verminderen;
krimpen;
inkrimpen;
verkleinen;
minder worden
-
slinken
werkwoord
(slink, slinkt, slonk, slonken, geslonken)
-
afnemen
werkwoord
(neem af, neemt af, nam af, namen af, afgenomen)
-
verminderen
werkwoord
(verminder, vermindert, verminderde, verminderden, verminderd)
-
krimpen
werkwoord
(krimp, krimpt, kromp, krompen, gekrompen)
-
inkrimpen
werkwoord
(krimp in, krimpt in, kromp in, krompen in, ingekrompen)
-
verkleinen
werkwoord
(verklein, verkleint, verkleinde, verkleinden, verkleind)
-
minder worden
werkwoord
(word minder, wordt minder, werd minder, werden minder, minder geworden)
Conjugations for mermar:
presente
- mermo
- mermas
- merma
- mermamos
- mermáis
- merman
imperfecto
- mermaba
- mermabas
- mermaba
- mermábamos
- mermabais
- mermaban
indefinido
- mermé
- mermaste
- mermó
- mermamos
- mermasteis
- mermaron
fut. de ind.
- mermaré
- mermarás
- mermará
- mermaremos
- mermaréis
- mermarán
condic.
- mermaría
- mermarías
- mermaría
- mermaríamos
- mermaríais
- mermarían
pres. de subj.
- que merme
- que mermes
- que merme
- que mermemos
- que merméis
- que mermen
imp. de subj.
- que mermara
- que mermaras
- que mermara
- que mermáramos
- que mermarais
- que mermaran
miscelánea
- ¡merma!
- ¡mermad!
- ¡no mermes!
- ¡no merméis!
- mermado
- mermando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor mermar:
Computer vertaling door derden:
Verwante vertalingen van mermar