Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. pánico:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pánico (Spaans) in het Nederlands

pánico:

pánico [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el pánico (desconcierto; terror)
    de paniek
    • paniek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. el pánico (desconcierto; régimen terrorista; terror; )
    het schrikbewind; de terreur
  3. el pánico (consternación; inquietud; preocupación; desconcierto)
    de ontsteltenis

pánico bijvoeglijk naamwoord

  1. pánico (de pánico)
    panisch

Vertaal Matrix voor pánico:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ontsteltenis consternación; desconcierto; inquietud; preocupación; pánico
paniek desconcierto; pánico; terror
schrikbewind consternación; desconcierto; preocupación; pánico; régimen de terror; régimen terrorista; terror
terreur consternación; desconcierto; preocupación; pánico; régimen de terror; régimen terrorista; terror
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
panisch de pánico; pánico

Verwante woorden van "pánico":

  • pánica, pánicas, pánicos

Wiktionary: pánico

pánico
Cross Translation:
FromToVia
pánico angst angst — feeling of acute anxiety or apprehension
pánico paniek panic — overpowering fright

Verwante vertalingen van pánico