Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. papista:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor papista (Spaans) in het Nederlands

papista:

papista bijvoeglijk naamwoord

  1. papista (católico; católico romano; romano)
    katholiek; roomskatholiek; rooms; paaps; roomsgezind

papista [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el papista
    de paap
    • paap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor papista:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paap papista
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
katholiek católico; católico romano; papista; romano
paaps católico; católico romano; papista; romano
rooms católico; católico romano; papista; romano
roomsgezind católico; católico romano; papista; romano
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
roomskatholiek católico; católico romano; papista; romano

Verwante woorden van "papista":

  • papistas

Wiktionary: papista

papista
noun
  1. aanhanger van de paus, het papisme