Spaans
Uitgebreide vertaling voor pequeñoburgués (Spaans) in het Nederlands
pequeñoburgués:
-
pequeñoburgués (civil; burgués; cursi)
bourgeois; kneuterig; burgerlijk; burgermannetjesachtig-
bourgeois bijvoeglijk naamwoord
-
kneuterig bijvoeglijk naamwoord
-
burgerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
burgermannetjesachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
pequeñoburgués (provinciano; burgués; de provincia; pegueñoburguesa)
kleinsteeds-
kleinsteeds bijvoeglijk naamwoord
-
-
pequeñoburgués (mezquino; hortera; apocado; pegueñoburguesa)
kleinburgerlijk; kleinhartig; kneuterig-
kleinburgerlijk bijvoeglijk naamwoord
-
kleinhartig bijvoeglijk naamwoord
-
kneuterig bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor pequeñoburgués:
| Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| burgerlijk | burgués; civil; cursi; pequeñoburgués | |
| kleinburgerlijk | apocado; hortera; mezquino; pegueñoburguesa; pequeñoburgués | burgués; estrecho; estrecho de miras; pegueñoburguesa |
| kleinhartig | apocado; hortera; mezquino; pegueñoburguesa; pequeñoburgués | |
| kleinsteeds | burgués; de provincia; pegueñoburguesa; pequeñoburgués; provinciano | |
| kneuterig | apocado; burgués; civil; cursi; hortera; mezquino; pegueñoburguesa; pequeñoburgués | |
| Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| bourgeois | burgués; civil; cursi; pequeñoburgués | |
| burgermannetjesachtig | burgués; civil; cursi; pequeñoburgués |