Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. piña:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor piña (Spaans) in het Nederlands

piña:

piña [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la piña (ananás; ananá)
    de ananas
    • ananas [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la piña
    de pijnappel; de dennenappel

Vertaal Matrix voor piña:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ananas ananá; ananás; piña
dennenappel piña
pijnappel piña

Verwante woorden van "piña":


Synoniemen voor "piña":


Wiktionary: piña


Cross Translation:
FromToVia
piña pijnappel; denneappel pine cone — the seed-bearing cone of a pine tree
piña ananas pineapple — plant
piña ananas pineapple — fruit
piña ananas Ananas — tropische Frucht der gleichnamigen Pflanzenart
piña ananas ananas — Fruit

Computer vertaling door derden: