Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. prados:
  2. prado:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor prados (Spaans) in het Nederlands

prados:

prados [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el prados
    de weiden; de weilanden
    • weiden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • weilanden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor prados:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weiden prados
weilanden prados
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weiden pacer; pastar

Verwante woorden van "prados":


prados vorm van prado:

prado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el prado (hierba; pradera; pasto; tierra de pasto; tierra de pastoreo)
    de weide; het weiland; het grasland
    • weide [de ~] zelfstandig naamwoord
    • weiland [het ~] zelfstandig naamwoord
    • grasland [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el prado
    de wei
    • wei [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. el prado (pampa; pradera; tundra; estepa)
    de pampa
    • pampa [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. el prado (pradera; pampa; tundra; estepa)
    de prairie
    • prairie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor prado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
grasland hierba; pasto; pradera; prado; tierra de pasto; tierra de pastoreo superficie de pastos
pampa estepa; pampa; pradera; prado; tundra
prairie estepa; pampa; pradera; prado; tundra
wei prado
weide hierba; pasto; pradera; prado; tierra de pasto; tierra de pastoreo
weiland hierba; pasto; pradera; prado; tierra de pasto; tierra de pastoreo

Verwante woorden van "prado":


Synoniemen voor "prado":


Wiktionary: prado

prado
noun
  1. een stuk grasland in gebruik voor de begrazing door vee

Cross Translation:
FromToVia
prado weide meadow — field or pasture
prado weide Wiesegehölzfreie Grasfluren auf häufig feuchten Boden, in denen Gras und Kraut vorherrschen, meistens landwirtschaftlich durch Mähen zur Gewinnung von Heu oder Stalleinstreu genutzt
prado beemd; weide; wei; weidegrond; weiland pâturage — agri|fr lieu couvert d’herbe où les bestiaux pâturer.
prado beemd; weide; wei; weidegrond; weiland; voeding; kost; voeder; voedingsmiddel; voedsel; voer; foerage pâture — éleva|fr nourriture des bêtes, des oiseaux, des poissons.