Spaans

Uitgebreide vertaling voor precursor (Spaans) in het Nederlands

precursor:

precursor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el precursor
    de voorganger
  2. el precursor (mensajero; síntoma; precursora; )
    de voorloper; de aanwijzing; de voorbode; de aankondiger; het voorteken
  3. el precursor (pionero; innovador)
    de pionier; de voortrekker; de baanbreker; de wegbereider
  4. el precursor (orador; predicador; cura; )
    de verkondiger

Vertaal Matrix voor precursor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankondiger indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
aanwijzing indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma asignación; comando; directivas; directrices; encargo; enseñanza; espolón; esporo; espuela; gesto; huella; indicación; indicio; información; instrucción; mandato; mando; misión; orden; punta; punto de referencia; seña; señal; sugerencia; síntoma; tarea; vestigio; vía
baanbreker innovador; pionero; precursor
pionier innovador; pionero; precursor
verkondiger cura; orador; pastor; pastor protestante; precursor; predecesor; predicador; párroco
voorbode indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
voorganger precursor capellán; pastor; pastor protestante
voorloper indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
voorteken indicio; mensajero; precursor; precursora; presagio; signo precursor; síntoma
voortrekker innovador; pionero; precursor
wegbereider innovador; pionero; precursor

Verwante woorden van "precursor":


Synoniemen voor "precursor":


Verwante vertalingen van precursor