Spaans
Uitgebreide vertaling voor primor (Spaans) in het Nederlands
primor:
-
el primor (consideración; distinción; conveniencia; delicadeza; decencia; pulcritud)
de gepastheid; het fatsoen; de fatsoenlijkheid; de netheid; de eerbaarheid; de kiesheid; de keurigheid -
el primor (abertura; candor; franqueza; apertura; transparencia; oportunidad; distinción; orden; limpieza; fidelidad; lealtad; conveniencia; sinceridad; veracidad; integridad; honestidad; cordialidad; honradez; ingenuidad; redondez; decencia; elegancia; desenvoltura; pulcritud; imparcialidad; buenos modales; exquisitez; objetividad; candidez; buen humor; respetabilidad; honorabilidad; jovialidad; alegría apacible; sistematismo; genio festivo; buenas costumbres)
Vertaal Matrix voor primor:
Verwante woorden van "primor":
Synoniemen voor "primor":
Computer vertaling door derden: