Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. primos:
  2. primo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor primos (Spaans) in het Nederlands

primos:

primos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el primos (sobrinos)
    de neven
    • neven [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor primos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neven primos; sobrinos

Verwante woorden van "primos":


primo:

primo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el primo (sobrino; primo segundo)
    de neef; de kozijn
    • neef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kozijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor primo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kozijn primo; primo segundo; sobrino bastidor; marco
neef primo; primo segundo; sobrino sobrino

Verwante woorden van "primo":


Wiktionary: primo

primo
noun
  1. zoon van oom of tante
  2. een zoon van iemands oom of tante

Cross Translation:
FromToVia
primo volle nicht; volle neef; nicht; neef; kozijn cousin — nephew or niece of a parent
primo lomperd; oetlul; stommeling; domoor nincompoop — silly or foolish person
primo uitstekend; prima; beste prime — first in excellence, quality, or value
primo priem prime — mathematics: having no factors except itself and unity
primo neef; kozijn cousinfils ou fille de l’oncle ou de la tante d’une personne ; cousin germain.