Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sexos:
  2. sexo:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor sexos (Spaans) in het Nederlands

sexos:

sexos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sexos
    de seksen; de geslachten
    • seksen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
    • geslachten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor sexos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geslachten sexos
seksen sexos

Verwante woorden van "sexos":


sexo:

sexo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sexo
    de seks
    • seks [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. el sexo (género; raza; familia; generación; género gramatical)
    het geslacht; de sekse; het genus; de kunne
    • geslacht [het ~] zelfstandig naamwoord
    • sekse [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • genus [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kunne [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sexo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
genus familia; generación; género; género gramatical; raza; sexo
geslacht familia; generación; género; género gramatical; raza; sexo casa; dinastía; familia; linaje
kunne familia; generación; género; género gramatical; raza; sexo
seks sexo
sekse familia; generación; género; género gramatical; raza; sexo

Verwante woorden van "sexo":


Synoniemen voor "sexo":


Wiktionary: sexo

sexo
noun
  1. geslachtsorganen
  2. geslacht, sekse.
  3. geslachtsgemeenschap
  4. sekse

Cross Translation:
FromToVia
sexo geslacht gender — biological sex of persons or animals
sexo seks; geslachtsgemeenschap; vrijen sex — act of sexual intercourse
sexo geslacht; sekse sex — gender (female or male)
sexo seks Sex — Abkürzung, Kurzbezeichnung, Kurzwort für Sexualität; die Gesamtheit des Themas
sexo geslacht; sexe; seks; geslachtsdaad; vrijen; kunne sexe — biol|fr genre qui peut être masculin ou féminin.