Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Vertaal succiones

Vertaal succiones van Spaans naar Nederlands

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

succiones:
- zuigingen
succionar:
- uitzuigen; leegzuigen
succión:
- zuiging; zuigkracht
Wiktionary:
- succionar → zuigen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor succiones (Spaans) in het Nederlands

succiones:

succiones [la ~] zelfstandig naamwoord

la succiones (aspiraciones)
de zuigingen
- zuigingen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor succiones:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zuigingen	aspiraciones; succiones

Verwante woorden van "succiones":

succión

succiones vorm van succionar:

succionar werkwoord

succionar (chupar)
uitzuigen; leegzuigen
- uitzuigen werkwoord (zuig uit, zuigt uit, zoog uit, zogen uit, uitgezogen)
- leegzuigen werkwoord (zuig leeg, zuigt leeg, zoog leeg, zogen leeg, leeggezogen)

Conjugations for succionar:

presente

succiono
succionas
succiona
succionamos
succionáis
succionan

imperfecto

succionaba
succionabas
succionaba
succionábamos
succionabais
succionaban

indefinido

succioné
succionaste
succionó
succionamos
succionasteis
succionaron

fut. de ind.

succionaré
succionarás
succionará
succionaremos
succionaréis
succionarán

condic.

succionaría
succionarías
succionaría
succionaríamos
succionaríais
succionarían

pres. de subj.

que succione
que succiones
que succione
que succionemos
que succionéis
que succionen

imp. de subj.

que succionara
que succionaras
que succionara
que succionáramos
que succionarais
que succionaran

miscelánea

¡succiona!
¡succionad!
¡no succiones!
¡no succionéis!
succionado
succionando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor succionar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
leegzuigen	chupar; succionar
uitzuigen	chupar; succionar	pillar; saquear; vaciar

Synoniemen voor "succionar":

beber; tragar; tomar; libar; absorber; ingerir; copear; escanciarse; pimplar; refrescar; soplar; chingar; trincar; paladear; sorber; chupar; catar
bombear; sacar; extraer

Wiktionary: succionar

Cross Translation:

From	To	Via
• succionar	→ zuigen	↔ saugen — etwas mit Hilfe von Unterdruck in sich hinein befördern
• succionar	→ zuigen	↔ saugen — etwas mit Hilfe von Unterdruck an sich heran befördern

succión:

succión [la ~] zelfstandig naamwoord

la succión (fuerza de aspiración; poder de aspiración)
de zuiging; de zuigkracht
- zuiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zuigkracht [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor succión:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
zuiging	fuerza de aspiración; poder de aspiración; succión
zuigkracht	fuerza de aspiración; poder de aspiración; succión

Verwante woorden van "succión":

succiones

Synoniemen voor "succión":

libación; sorbo; trago; degustación; paladeo; saboreo