Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. trufa:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor trufa (Spaans) in het Nederlands

trufa:

trufa [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la trufa (bombón trufado)
    de truffel
    • truffel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor trufa:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
truffel bombón trufado; trufa

Synoniemen voor "trufa":


Wiktionary: trufa

trufa
noun
  1. Tuber, een zwam die onder de grond op de wortels van bomen groeit

Cross Translation:
FromToVia
trufa truffel TrüffelBotanik, Gastronomie: ein unter der Erde wachsender, edel, knollenförmiger, zu den Schlauchpilzen zählender Speisepilz
trufa truffel truffe — Champignon

Computer vertaling door derden: