Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. abonado:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor abonado (Spaans) in het Zweeds

abonado:

abonado bijvoeglijk naamwoord

  1. abonado (conocido; familiar; confianzudo)
    välbekant; invand
  2. abonado (satisfecho; entusiasta; vivo; )
    befriad; befriat

abonado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el abonado (suscriptor; abonada)
    prenumerant; abonnent

Vertaal Matrix voor abonado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abonnent abonada; abonado; suscriptor
prenumerant abonada; abonado; suscriptor suscriptor
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
befriad abonado; alegre; arrobado; complacido; contento; entusiasta; pagado; satisfecho; vivo
befriat abonado; alegre; arrobado; complacido; contento; entusiasta; pagado; satisfecho; vivo dispensado; exento; eximido; liberado
invand abonado; confianzudo; conocido; familiar
välbekant abonado; confianzudo; conocido; familiar archiconocido; bien conocido; de sobra conocido; famoso; generalizado; muy conocido; notorio

Synoniemen voor "abonado":


Wiktionary: abonado


Cross Translation:
FromToVia
abonado prenumerant abonnee — iemand die op iets geabonneerd is

Verwante vertalingen van abonado