Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cansador:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cansador (Spaans) in het Zweeds

cansador:

cansador bijvoeglijk naamwoord

  1. cansador (exhaustivo; fatigoso)
    prövande; tröttande; ansträngt; prövandet

Vertaal Matrix voor cansador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
prövande control; verificación
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tröttande enconarse; fastidiar; formar pus; propagarse como un cancer; supurar; ulcerarse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ansträngt cansador; exhaustivo; fatigoso achuchado; acosado; afectado; antinatural; artificioso; falso; sentimientos fingidos
prövande cansador; exhaustivo; fatigoso difícil; exigente
prövandet cansador; exhaustivo; fatigoso
tröttande cansador; exhaustivo; fatigoso

Synoniemen voor "cansador":


Wiktionary: cansador


Cross Translation:
FromToVia
cansador ansträngande; jobbig anstrengendAnstrengung erfordernd, mühsam