Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. chanzas:
  2. chanza:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor chanzas (Spaans) in het Zweeds

chanzas:

chanzas [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la chanzas (chistosidad; gozo; gusto; )
    vits; ordlek
    • vits [-en] zelfstandig naamwoord
    • ordlek [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chanzas:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ordlek broma; bromas; cachondeo; chanzas; chistosidad; dulce ironía; gozo; guasa; gusto; placer juego de palabras
vits broma; bromas; cachondeo; chanzas; chistosidad; dulce ironía; gozo; guasa; gusto; placer brochazo; broma; cachondo; calamidad; chiste; comarca; desastre; locura; paraje; pincelada; rasgo

Verwante woorden van "chanzas":


chanza:

chanza [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el chanza (alegría; gusto; diversión)
    glättighet; gladlynthet; glatt lynne

chanza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la chanza (broma; mascarada; joda; )
    fars
    • fars [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor chanza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fars broma; carnavalada; chanza; farsa; joda; mascarada; sainete
gladlynthet alegría; chanza; diversión; gusto alborozo; alegría; animación; gusto
glatt lynne alegría; chanza; diversión; gusto alborozo; alegría; animación; gusto
glättighet alegría; chanza; diversión; gusto

Verwante woorden van "chanza":


Synoniemen voor "chanza":


Wiktionary: chanza


Cross Translation:
FromToVia
chanza fars; narri; puts; skoj; skämt; upptåg; vits badinageaction ou propos léger, qui ne prête pas à conséquences.