Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. cobardía:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor cobardía (Spaans) in het Zweeds

cobardía:

cobardía [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cobardía (mezquindad; nimiedad)
    ängslighet
  2. la cobardía (timidez; empacho; temor)
    blyghet
    • blyghet [-en] zelfstandig naamwoord
  3. la cobardía (temor; miedo; inquietud; )
    fara; ängsla
    • fara [-ett] zelfstandig naamwoord
    • ängsla [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cobardía:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blyghet cobardía; empacho; temor; timidez carácter cerrado; carácter huraño; embarazo; empacho; encogido; esquivez; incomodidad; recato; retraimiento; timidez
fara cobardía; empacho; inquietud; insipidez; miedo; recelo; sosería; temor; timidez amenaza; peligro
ängsla cobardía; empacho; inquietud; insipidez; miedo; recelo; sosería; temor; timidez angustia; carácter huraño; embarazo; empacho; esquivez; miedo; susto; temor; terror; timidez
ängslighet cobardía; mezquindad; nimiedad timidez
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fara acobardarse por; arredrarse ante; estar preocupado; temer; tener miedo

Verwante woorden van "cobardía":

  • cobardías

Wiktionary: cobardía


Cross Translation:
FromToVia
cobardía feghet cowardice — the lack of courage