Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. deshonor:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor deshonor (Spaans) in het Zweeds

deshonor:

deshonor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el deshonor (escándalo; vergüenza; deshonra; oprobio; ignominia)
    skandal
    • skandal [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el deshonor (cercenamiento; corte; poda; )
    degradering; förringande

Vertaal Matrix voor deshonor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
degradering cercenamiento; corte; deshonor; deshonra; poda; recorte; recorte salarial; reducción de los gastos; reducción salarial
förringande cercenamiento; corte; deshonor; deshonra; poda; recorte; recorte salarial; reducción de los gastos; reducción salarial detracción; diminutivo; disminución; empequeñecimiento; rebaja; reducción
skandal deshonor; deshonra; escándalo; ignominia; oprobio; vergüenza escándalo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
förringande arrogante; denigrante; desdeñoso; despectivo; detracante; difamatorio; humillante; soberbio

Verwante woorden van "deshonor":

  • deshonores, deshonora, deshonoras

Synoniemen voor "deshonor":