Spaans

Uitgebreide vertaling voor elector (Spaans) in het Zweeds

elector:

elector [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el elector (persona que tiene derecho a votar; votante)
    väljare; röstare
  2. el elector (persona que tiene derecho a votar; votante)
    röstberättigad

elector bijvoeglijk naamwoord

  1. elector (con derecho al voto)
    röstberättigad; röstberättigat

Vertaal Matrix voor elector:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röstare elector; persona que tiene derecho a votar; votante votantes
röstberättigad elector; persona que tiene derecho a votar; votante
väljare elector; persona que tiene derecho a votar; votante electores; selector; votantes
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
röstberättigad con derecho al voto; elector que tiene derecho a votar
röstberättigat con derecho al voto; elector que tiene derecho a votar

Verwante woorden van "elector":


Synoniemen voor "elector":


Verwante vertalingen van elector