Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor estor (Spaans) in het Zweeds

estor:

estor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el estor (envidia; persianas; resentimiento; cortinas)
    avundsjuka; avund; missunnsamhet
  2. el estor (envidia; celosía; rencor; )
    avundsjuka; svartsjuka; nitälskan

Vertaal Matrix voor estor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avund cortinas; envidia; estor; persianas; resentimiento envidia; rencor; resentimiento
avundsjuka celosía; cortinas; envidia; estor; persianas; rencor; resentimiento
missunnsamhet cortinas; envidia; estor; persianas; resentimiento
nitälskan celosía; cortinas; envidia; estor; persianas; rencor; resentimiento
svartsjuka celosía; cortinas; envidia; estor; persianas; rencor; resentimiento