Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal estuco

Vertaal estuco van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

estuco:
- filler; fyllnadsmedel; plastspackel; kalk; plåstrad; gips
estucar:
- putsa; rappa; omplåstra; gipsa; stuckatera

Spaans

Uitgebreide vertaling voor estuco (Spaans) in het Zweeds

estuco:

estuco [el ~] zelfstandig naamwoord

el estuco (masilla)
filler; fyllnadsmedel; plastspackel
- filler zelfstandig naamwoord
- fyllnadsmedel zelfstandig naamwoord
- plastspackel zelfstandig naamwoord
el estuco (calcio; cal; escayola; yeso; emplasto)
kalk
- kalk [-en] zelfstandig naamwoord
el estuco (escayola; yeso; calcio; emplasto; cal)
plåstrad; gips
- plåstrad zelfstandig naamwoord
- gips [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor estuco:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
filler	estuco; masilla
fyllnadsmedel	estuco; masilla
gips	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso	escayola; forma; molde; vaciado en molde; vendaje enyesado; yeso
kalk	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso	calíz; copa; copita; grava
plastspackel	estuco; masilla
plåstrad	cal; calcio; emplasto; escayola; estuco; yeso

Verwante woorden van "estuco":

estucos, estuca, estucas

estucar:

estucar werkwoord

estucar (enlucir; enyesar)
putsa; rappa; omplåstra
- putsa werkwoord (putsar, putsade, putsat)
- rappa werkwoord (rappar, rappade, rappat)
- omplåstra werkwoord (omplåstrar, omplåstrade, omplåstrat)
estucar
putsa; gipsa; stuckatera
- putsa werkwoord (putsar, putsade, putsat)
- gipsa werkwoord (gipsar, gipsade, gipsat)
- stuckatera werkwoord (stuckaterar, stuckaterade, stuckaterat)

Conjugations for estucar:

presente

estuco
estucas
estuca
estucamos
estucáis
estucan

imperfecto

estucaba
estucabas
estucaba
estucábamos
estucabais
estucaban

indefinido

estuqué
estucaste
estucó
estucamos
estucasteis
estucaron

fut. de ind.

estucaré
estucarás
estucará
estucaremos
estucaréis
estucarán

condic.

estucaría
estucarías
estucaría
estucaríamos
estucaríais
estucarían

pres. de subj.

que estuque
que estuques
que estuque
que estuquemos
que estuquéis
que estuquen

imp. de subj.

que estucara
que estucaras
que estucara
que estucáramos
que estucarais
que estucaran

miscelánea

¡estuca!
¡estucad!
¡no estuques!
¡no estuquéis!
estucado
estucando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor estucar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rappa		cantante de rap
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gipsa	estucar
omplåstra	enlucir; enyesar; estucar
putsa	enlucir; enyesar; estucar	abrillantar; bruñir; dar brillo; dar lustre; emplastecer; encerar; lustrar; pulir
rappa	enlucir; enyesar; estucar
stuckatera	estucar

Synoniemen voor "estucar":

enlucir

Verwante vertalingen van estuco