Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. fallecimiento:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor fallecimiento (Spaans) in het Zweeds

fallecimiento:

fallecimiento [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el fallecimiento (muerte; deceso; óbito)
    döden
    • döden zelfstandig naamwoord
  2. el fallecimiento (muerte; mortalidad; mortandad)
    död
    • död [-en] zelfstandig naamwoord
  3. el fallecimiento (salir; marcha; salidas)
    lämna; åka bort

Vertaal Matrix voor fallecimiento:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
död fallecimiento; mortalidad; mortandad; muerte muerte
döden deceso; fallecimiento; muerte; óbito
lämna fallecimiento; marcha; salidas; salir salir
åka bort fallecimiento; marcha; salidas; salir
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lämna abandonar; ceder; desprenderse; entregar; entregar a domicilio; irse; largarse; llevar; marcharse; partir; repartir; repartir a domicilio; retirar; salir; soltar; soltarse; suministrar; traer
åka bort lograr escaparse; lograr salir; refugiarse
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
död extinguido; exánime; fallecido; inanimado; muerto; sin vida

Synoniemen voor "fallecimiento":


Verwante vertalingen van fallecimiento