Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. festejado:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor festejado (Spaans) in het Zweeds

festejado:

festejado [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el festejado (agasajado; homenajeado)
    jubilar
    • jubilar [-en] zelfstandig naamwoord

festejado bijvoeglijk naamwoord

  1. festejado (laureado; aplaudido)
    prisad; prisat; lagerkransat

Vertaal Matrix voor festejado:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jubilar agasajado; festejado; homenajeado
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lagerkransat aplaudido; festejado; laureado
prisad aplaudido; festejado; laureado
prisat aplaudido; festejado; laureado