Overzicht


Spaans

Uitgebreide vertaling voor flaqueza (Spaans) in het Zweeds

flaqueza:

flaqueza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la flaqueza (arcadas; mareo; delgadez; )
    tunnhet; magerhet
  2. la flaqueza (delgadez)
    magerhet; benighet
  3. la flaqueza (delgadez)
    smalhet; magerhet
  4. la flaqueza (debilidad)
    bräcklighet; ömtålighet
  5. la flaqueza (mal gusto; flojera; flojedad; insipidez; sosería)
    smaklöshet

Vertaal Matrix voor flaqueza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
benighet delgadez; flaqueza
bräcklighet debilidad; flaqueza fragilidad
magerhet arcadas; blascas; delgadez; flaqueza; ganas de vomitar; mareo; putrefacción huesudez
smaklöshet flaqueza; flojedad; flojera; insipidez; mal gusto; sosería cursilería
smalhet delgadez; flaqueza angostura; desfiladero; estrecho
tunnhet arcadas; blascas; delgadez; flaqueza; ganas de vomitar; mareo; putrefacción enrarecidez
ömtålighet debilidad; flaqueza debilidad; fineza; finura; sensibilidad; sensitividad; susceptibilidad; ternura; vulnerabilidad

Verwante woorden van "flaqueza":

  • flaquezas

Synoniemen voor "flaqueza":


Computer vertaling door derden: