Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. flash:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor flash (Spaans) in het Zweeds

flash:

flash [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el flash (diablo; pobrecito; flecha; )
    åskvigg; blixt
    • åskvigg zelfstandig naamwoord
    • blixt [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el flash
    blixtljus
  3. el flash (relámpago; flecha; rayo; destello)
    blixt
    • blixt [-en] zelfstandig naamwoord
  4. el flash (flecha)
    blixt; glimt; blink; plötsligt sken

Vertaal Matrix voor flash:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blink flash; flecha
blixt centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago disparador; flash electrónico; lámpara de flash
blixtljus flash disparador; flash electrónico
glimt flash; flecha dirección de inclinación del pelo
plötsligt sken flash; flecha
åskvigg centelleo; destello; diablo; flash; flecha; pobre; pobrecito; rayo; relámpago cierre; pestillo

Verwante woorden van "flash":

  • flashes

Wiktionary: flash


Cross Translation:
FromToVia
flash blixt Blitz — ein sehr kurzes Aufleuchten
flash blixt Blitz — (umgangssprachlich) Blitzgerät, Blitzlicht, Blitzlichtgerät; das für [2] benutzte Gerät (meist am Fotoapparat)
flash fotoblixt flash — Dispositif photographique

Verwante vertalingen van flash