Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. haba:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor haba (Spaans) in het Zweeds

haba:

haba [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la haba (alubia; judía)
    böna
    • böna [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor haba:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böna alubia; haba; judía chavala; chica; tipa; tía
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
böna implorar; mendigar; pedir; rezar; rogar; solicitar; suplicar

Verwante woorden van "haba":

  • habas

Synoniemen voor "haba":


Wiktionary: haba


Cross Translation:
FromToVia
haba böna bean — seed
haba böna Bohne — Pflanze (oder Teil) verschiedener Schmetterlingsblütler
haba böna Bohnespeziell: der Same verschiedener Schmetterlingsblüter
haba böna boon — een eetbare peulvrucht
haba böna fèvelégumineuse cultivée pour sa graine

Verwante vertalingen van haba