Spaans

Uitgebreide vertaling voor marcador (Spaans) in het Zweeds

marcador:

marcador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el marcador
    markör
    • markör [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el marcador
    markeringstavla
  3. el marcador
    stämpelmaskin
  4. el marcador
    markering
  5. el marcador (dial)
    urtavla; nummerskiva
  6. el marcador (delimitador)
    bokmärke; fästpunkt

Vertaal Matrix voor marcador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bokmärke delimitador; marcador marcapáginas
markering marcador blanco; fin; gol; meta; objetivo; objeto; revisión; selección
markeringstavla marcador
markör marcador cursor; puntero
nummerskiva dial; marcador
stämpelmaskin marcador
urtavla dial; marcador
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fästpunkt delimitador
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
fästpunkt delimitador; marcador punto de anclaje

Verwante woorden van "marcador":

  • marcadores, marcadora, marcadoras

Synoniemen voor "marcador":


Computer vertaling door derden: