Home ->Woordenboeken ->Spaans/Zweeds ->Vertaal marino

Vertaal marino van Spaans naar Zweeds

Overzicht

Spaans naar Zweeds: Meer gegevens...

marino:
- marinsoldat; sjöman; seglare; smutta
marinar:
- marinera
- marinerad
Wiktionary:
- marino → marin, sjöman
- marinar → marinera

Spaans

Uitgebreide vertaling voor marino (Spaans) in het Zweeds

marino:

marino [el ~] zelfstandig naamwoord

el marino
marinsoldat
- marinsoldat [-en] zelfstandig naamwoord
el marino (marinero)
sjöman; seglare
- sjöman zelfstandig naamwoord
- seglare [-en] zelfstandig naamwoord
el marino (copita; copa; trago; estimulante; platina; traguito; copa de aguardiente)
smutta
- smutta zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marino:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marinsoldat	marino
seglare	marinero; marino	marinero; practicante de vela; velero
sjöman	marinero; marino	aprendiz de marinero; miembro de la tripulación; tripulante
smutta	copa; copa de aguardiente; copita; estimulante; marino; platina; trago; traguito

Verwante woorden van "marino":

marinos, marina, marinas

Synoniemen voor "marino":

acuático; acuoso; hidrológico; fluvial; marítimo; aguado; fluido; húmedo; mojado; empapado
naval; transatlántico; oceánico; náutico

Wiktionary: marino

Cross Translation:

From	To	Via
• marino	→ marin	↔ marine — of or pertaining to the sea
• marino	→ sjöman	↔ zeeman — iemand die voor zijn beroep de zee bevaart

marinar:

marinar werkwoord

marinar (conservar en adobo)
marinera
- marinera werkwoord (marinerar, marinerade, marinerat)

Conjugations for marinar:

presente

marino
marinas
marina
marinamos
marináis
marinan

imperfecto

marinaba
marinabas
marinaba
marinábamos
marinabais
marinaban

indefinido

mariné
marinaste
marinó
marinamos
marinasteis
marinaron

fut. de ind.

marinaré
marinarás
marinará
marinaremos
marinaréis
marinarán

condic.

marinaría
marinarías
marinaría
marinaríamos
marinaríais
marinarían

pres. de subj.

que marine
que marines
que marine
que marinemos
que marinéis
que marinen

imp. de subj.

que marinara
que marinaras
que marinara
que marináramos
que marinarais
que marinaran

miscelánea

¡marina!
¡marinad!
¡no marines!
¡no marinéis!
marinado
marinando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

marinar [el ~] zelfstandig naamwoord

el marinar
marinerad
- marinerad zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor marinar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marinerad	marinar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
marinera	conservar en adobo; marinar	acaparar; adobar; conservar; conservar en adobo; contener; echar en sal; escabechar; poner en salmuera; salar; salarse

Synoniemen voor "marinar":

zurrar; curtir; adobar; aderezar; condimentar; aliñar; sazonar; salpimentar; escabechar; aromatizar

Wiktionary: marinar

Cross Translation:

From	To	Via
• marinar	→ marinera	↔ marinieren — (transitiv) Gastronomie: Fleisch oder Fisch längere Zeit in eine gewürzte Soße (Marinade) legen und durchziehen lassen

Verwante vertalingen van marino