Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. narciso:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor narciso (Spaans) in het Zweeds

narciso:

narciso [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el narciso
    narciss
    • narciss [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor narciso:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
narciss narciso

Verwante woorden van "narciso":

  • narcisos

Synoniemen voor "narciso":


Wiktionary: narciso


Cross Translation:
FromToVia
narciso påsklilja daffodil — flower
narciso påsklilja OsterglockeBotanik: eine von März bis April blühende Narzissenart mit hellgelber Blüte und einem becherförmigen, dottergelben NebenPerigon
narciso narciss narcisse — fleurs|fr genre de plante bulbeux monocotylédone, de la famille des amaryllidacées (amaryllidaceae) dont l’amaryllis est le type et dont les fleurs ont une couronne.