Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. paraje:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor paraje (Spaans) in het Zweeds

paraje:

paraje [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el paraje (broma; locura; rasgo; )
    skämt; skoj; vits
    • skämt [-ett] zelfstandig naamwoord
    • skoj [-ett] zelfstandig naamwoord
    • vits [-en] zelfstandig naamwoord
  2. el paraje (sitio; región; comarca; )
    distrikt

Vertaal Matrix voor paraje:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
distrikt comarca; lugar; paraje; región; rincón; sitio; zona barrio; barrio residencial; campo; cantón; cerco; comarca; departamento; distrito; distrito urbano; distritos; dominio; explanada; materia; municipalidad; ojera; provincia; rayón de la impresa; región; sección; sector urbano; terreno; territorio; zona; ámbito
skoj brochazo; broma; cachondo; comarca; locura; paraje; pincelada; rasgo alborozo; alegría; borrones de tinta; broma; bromas; cabriola; cachondeo; chiste; chistes; diversión; gozo; gracia; gusto; júbilo; locura; optimismo; piruetas; placer; registro
skämt brochazo; broma; cachondo; comarca; locura; paraje; pincelada; rasgo agudeza; borrones de tinta; broma; bromas; cachondeo; calamidad; chiste; chistes; chocarrería; comicidad; desastre; farsas; gusto; juego; ocurrencia; partida; payasada; sainetes; turno
vits brochazo; broma; cachondo; comarca; locura; paraje; pincelada; rasgo broma; bromas; cachondeo; calamidad; chanzas; chiste; chistosidad; desastre; dulce ironía; gozo; guasa; gusto; placer

Synoniemen voor "paraje":