Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. pasaporte:
  2. Wiktionary:
    • pasaporte → pass


Spaans

Uitgebreide vertaling voor pasaporte (Spaans) in het Zweeds

pasaporte:

pasaporte [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el pasaporte
    pass
    • pass [-ett] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor pasaporte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pass pasaporte billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; cartulina; documentación; documento de identidad; legitimación; pasaje; pase; paso; tarjeta; tarjeta de identidad; tarjetas; ticket

Verwante woorden van "pasaporte":

  • pasaportes, pasaporta, pasaportas

Synoniemen voor "pasaporte":


Wiktionary: pasaporte


Cross Translation:
FromToVia
pasaporte pass paspoortofficieel document dat de houder identificeren als burger van een bepaald land, en vraagt toestemming in de naam van de regering van het uitgevende land om de houder in het land toelaten
pasaporte pass PassDokument, das für AuslandsReise erforderlich ist, falls es zwischen dem Heimatland und dem Zielland keine Sondervereinbarungen gibt, Reisepass
pasaporte pass Reisepass — ein Ausweisdokument, das das Ein- und Ausreisen in bestimmte Staaten erlaubt oder erst ermöglicht
pasaporte pass passport — official document
pasaporte pass passeport — administration|fr pièce d’identité délivrer par l’État, permettre aux nationaux d’un pays soit de circuler librement à l'intérieur, soit de voyager dans un autre pays.