Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. rival:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor rival (Spaans) in het Zweeds

rival:

rival [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el rival (competidor; contrincante)
    rival; konkurrent; medtävlare
  2. el rival (oponente; enemigo; adversario; )
    motstående
  3. el rival (candidato del contrario; opositor; enemigo; )
    motståndare; konkurrent; motkandidat

Vertaal Matrix voor rival:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
konkurrent adversario; candidato del contrario; competidor; contrincante; enemigo; oponente; opositor; partido contrario; rival competidor
medtävlare competidor; contrincante; rival
motkandidat adversario; candidato del contrario; enemigo; oponente; opositor; partido contrario; rival
motstående adversario; antagonista; candidato del contrario; contrincante; enemigo; objetante; oponente; opositor; partido contrario; persona que vota en contra; rival resistencias
motståndare adversario; candidato del contrario; enemigo; oponente; opositor; partido contrario; rival adversario; antagonista; contrario; contrincante; enemigo; objetante; oponente; opositor; partido contrario
rival competidor; contrincante; rival

Verwante woorden van "rival":


Synoniemen voor "rival":


Wiktionary: rival


Cross Translation:
FromToVia
rival motståndare GegnerPerson oder Institution/ Organisation, die gegenteilige Interessen verfolgt
rival rival Rivale — jemand, der das gleiche Ziel wie sein(e) Gegner verfolgt, wobei aber nur einer dieses Ziel für sich beanspruchen kann

Computer vertaling door derden: