Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. semana:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor semana (Spaans) in het Zweeds

semana:

semana [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la semana
    vecka
    • vecka [-en] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor semana:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vecka semana
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vecka arrugar; doblar; plegar; replegar

Verwante woorden van "semana":

  • semanas

Wiktionary: semana


Cross Translation:
FromToVia
semana vecka Woche — 7-tägiges Zeitmaß
semana vecka week — period of seven days
semana vecka semaineséquence constituée des sept jours : lundi, mardi, mercredi, jeudi, vendredi, samedi et dimanche.

Verwante vertalingen van semana