Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. temporada de viajar:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor temporada de viajar (Spaans) in het Zweeds

temporada de viajar:

temporada de viajar [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la temporada de viajar (temporada de vacaciones)
    semesterperiod; semestertid

Vertaal Matrix voor temporada de viajar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
semesterperiod temporada de vacaciones; temporada de viajar
semestertid temporada de vacaciones; temporada de viajar

Verwante vertalingen van temporada de viajar