Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. tronchos:
  2. troncho:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor tronchos (Spaans) in het Zweeds

tronchos:

tronchos [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el tronchos (tocones)
    stötande; bultande; bankande

Vertaal Matrix voor tronchos:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bankande tocones; tronchos estruendos; golpes; topetazos; zumbidos
bultande tocones; tronchos
stötande tocones; tronchos chancleteo; choque; trapa
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stötande afrentoso; atacante; bruto; chocante; descortés; desmañado; desvergonzado; doloroso; escandaloso; grosero; hiriente; indecente; insolente; ofensivo; palurdo; sin modales

Verwante woorden van "tronchos":


troncho:

troncho [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el troncho (tocón; cepa)
    trästump
  2. el troncho (cepa; tocón)
    stubbe
    • stubbe zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor troncho:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stubbe cepa; tocón; troncho tocón
trästump cepa; tocón; troncho

Verwante woorden van "troncho":


Wiktionary: troncho


Cross Translation:
FromToVia
troncho stycke; pjäs Stück — ein Teil eines Ganzen

Computer vertaling door derden: