Overzicht
Spaans naar Zweeds:   Meer gegevens...
  1. viga:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor viga (Spaans) in het Zweeds

viga:

viga [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la viga (barra; travesaño)
    bjälke
    • bjälke [-en] zelfstandig naamwoord
  2. la viga (viga transversal; trabón; viga maestra)
    stödbalk
  3. la viga
    stödbjälke
  4. la viga (cabrio)
    taktäckande

Vertaal Matrix voor viga:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bjälke barra; travesaño; viga barra; barrote; lignum crucis; reja; rejas; rejería; árbol de la cruz
stödbalk puntal; trabón; viga; viga maestra; viga transversal
stödbjälke viga
taktäckande cabrio; viga

Verwante woorden van "viga":


Synoniemen voor "viga":


Wiktionary: viga


Cross Translation:
FromToVia
viga bindbjälke; balk; bärbjälke girder — main horizontal support in a building
viga balk balk(bouwkunde) een ruimteoverspannend constructie-element waarvan de lengte vele malen groter is dan de breedte en de hoogte in doorsnede
viga balk; bjälke poutrepièce de bois de forme allongée, servir dans les constructions à supporter une charpente ou un parquet.

Verwante vertalingen van viga