Frans

Uitgebreide vertaling voor casse-pieds (Frans) in het Duits

casse-pieds:

casse-pieds [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le casse-pieds (emmerdeur; casse-cul; rabâcheur; radoteur)
    der Meckerer; der Ekel; der Griesgram; der Nölpeter; der Nörgler; der Quengler; der Meckerfritze; die Nölsuse
  2. le casse-pieds (gêneur; importun; importune; gêneuse)
    die lästige Person; der Ranger; der Unruhestifter; lästiges Kind; der lästiger Mensch

Vertaal Matrix voor casse-pieds:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Ekel casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur affreux bonhomme; aversion; brigand; canaille; casse-cul; charogne; clown; cochon; con; coquin; crapule; dégoût; emmerdeur; espiègle; farceur; fripouille; gaillard; gredin; horreur; lourdaud; misérable; paillasse; plaisantin; répulsion; salaud; sale type; type inquiétant; type répugnant
Griesgram casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur anxieux; bougon; chagrin; difficulté; désagrément; embarras; ennui; grognon; inconvénient; mauvaise humeur; mécontent; ours; peine; pessimiste; pétrin; revendicateur; ronchon; ronchonneur; rouspéteur; râleur; râleuse; tourment; tourmenté; tristesse
Meckerer casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur bougon; fainéant; fêtard; grognon; mécontent; ours; revendicateur; ronchon; ronchonneur; rouspéteur; râleur; râleuse
Meckerfritze casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
Nölpeter casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
Nölsuse casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
Nörgler casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur bougon; chicaneur; chicaneuse; grognon; importuns; lambin; mécontent; ours; rabâcheurs; retardataire; revendicateur; ronchon; ronchonneur; rouspéteur; râleur; râleuse; tire-au-flanc; traînard; vétineur; vétineuse
Quengler casse-cul; casse-pieds; emmerdeur; rabâcheur; radoteur
Ranger casse-pieds; gêneur; gêneuse; importun; importune
Unruhestifter casse-pieds; gêneur; gêneuse; importun; importune agitateur; fauteurs; meneur; perturbateur; provocateur
lästige Person casse-pieds; gêneur; gêneuse; importun; importune
lästiger Mensch casse-pieds; gêneur; gêneuse; importun; importune
lästiges Kind casse-pieds; gêneur; gêneuse; importun; importune

Synoniemen voor "casse-pieds":


Wiktionary: casse-pieds

casse-pieds
noun
  1. Person, die man nur schwer ertragen kann, weil sie einem „auf die Nerven gehen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van casse-pieds