Contrôleur in het Duits vertaald uit het Frans

Overzicht

Frans naar Duits: Meer gegevens...

contrôleur:
- Kontrolleur; Fahnder; Aufsichtsbeamte; Inspektor; Inspekteur; Aufseher; jemand die Aufsicht führt über; Beschauer; Waarenprüfer; Controller
Wiktionary:
- contrôleur → Prüfer, Kontroleur, Schaffner
- contrôleur → Controller, Aufseher, Kontrolleur, Kontrolleurin, Schaffner, Schaffnerin, Kontolleur

Frans

Uitgebreide vertaling voor contrôleur (Frans) in het Duits

le contrôleur (inspecteur; examinateur; inspectrice)
der Kontrolleur; der Fahnder; der Aufsichtsbeamte; der Inspektor; der Inspekteur
- Kontrolleur [der ~] zelfstandig naamwoord
- Fahnder [der ~] zelfstandig naamwoord
- Aufsichtsbeamte [der ~] zelfstandig naamwoord
- Inspektor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Inspekteur [der ~] zelfstandig naamwoord
le contrôleur (chef de salle)
der Aufseher; jemand die Aufsicht führt über
- Aufseher [der ~] zelfstandig naamwoord
- jemand die Aufsicht führt über [das ~] zelfstandig naamwoord
le contrôleur (inspecteur)
der Inspektor; der Kontrolleur; der Inspekteur
- Inspektor [der ~] zelfstandig naamwoord
- Kontrolleur [der ~] zelfstandig naamwoord
- Inspekteur [der ~] zelfstandig naamwoord
le contrôleur (inspecteur; dégustateur; expert)
der Beschauer; der Waarenprüfer
- Beschauer [der ~] zelfstandig naamwoord
- Waarenprüfer [der ~] zelfstandig naamwoord
le contrôleur
Controller
- Controller

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Aufseher	chef de salle; contrôleur	concierge; concierges; contrôleurs; curateur; garde; garde champêtre; garde-malade; gardien; gardien d'animaux; gardien d'immeuble; gardien de prison; gardienne; gardiens; guet; huissier; patrouille; portier; portière; protecteur; protectrice; sentinelle; soigneur; surveillant; surveillante; surveillants; tuteur; veilleur
Aufsichtsbeamte	contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Beschauer	contrôleur; dégustateur; expert; inspecteur	contemplateur
Fahnder	contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice	agent de la police judiciaire; détective; enquêteur; fonctionnaire de la police judiciaire; limier; officier de la police judiciaire; prospecteur
Inspekteur	contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Inspektor	contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Kontrolleur	contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Waarenprüfer	contrôleur; dégustateur; expert; inspecteur
jemand die Aufsicht führt über	chef de salle; contrôleur
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Controller	contrôleur

contrôleur

noun

contrôleur

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• contrôleur	→ Controller	↔ comptroller — the chief accountant of a company or government
• contrôleur	→ Aufseher; Controller	↔ controller — person who controls something
• contrôleur	→ Kontrolleur; Kontrolleurin; Schaffner; Schaffnerin	↔ ticket inspector — person who checks passengers have a valid ticket
• contrôleur	→ Kontolleur	↔ controleur — iemand die belast is met de controle
• contrôleur	→ Schaffner	↔ conducteur — een medewerker van de spoorwegen die reizigers op vervoersbewijzen controleert en de orde in de trein of tram dient te bewaren