Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. frimeur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor frimeur (Frans) in het Duits

frimeur:

frimeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le frimeur (m'as-tu-vu)
    der Protz; der Großtuer; der Wichtigtuer

Vertaal Matrix voor frimeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Großtuer frimeur; m'as-tu-vu bluff; bluffeur; bravade; chichiteux; fanfaron; fanfaronnade; hâbleur; ostentation; paradeur; paradeurs; tapageur; vantard; vantardise; vantards
Protz frimeur; m'as-tu-vu causeur; crâneur; fanfaron; fier à bras; paradeur; vantard; vantards
Wichtigtuer frimeur; m'as-tu-vu agitateur; bluffeur; bluffeurs; causeur; chahuteur; charlatans; chichiteux; crâneur; fanfaron; fanfarons; fier à bras; hâbleur; névropathe; névrosé; paradeur; paradeurs; perturbateur; tapageur; vantard; vantards

Synoniemen voor "frimeur":


Wiktionary: frimeur

frimeur
noun
  1. (familier, fr) Qui frimer, qui crâner. prétentieux.
frimeur
noun
  1. eine Person, die gerne mit ihren Taten und Fähigkeiten prahlen, tatsächlich aber kaum etwas Entsprechendes tut