Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. harmonica:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor harmonica (Frans) in het Duits

harmonica:

harmonica [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'harmonica
    die Mundharmonika
  2. l'harmonica (accordéon; soufflet)
    die Harmonika; Schifferklavier

Vertaal Matrix voor harmonica:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Harmonika accordéon; harmonica; soufflet
Mundharmonika harmonica
Schifferklavier accordéon; harmonica; soufflet accordéon

Wiktionary: harmonica

harmonica
noun
  1. instrument de musique composé de cloches ou de verres, de différents timbres, qu’on fait résonner.
harmonica
noun
  1. volkstümliches Musikinstrument, das durch hineinblasen und gleichzeitiges Hin- und Herbewegen vor dem Mund gespielt wird

Cross Translation:
FromToVia
harmonica Mundharmonika harmonica — wind instrument