Frans

Uitgebreide vertaling voor inspecteur (Frans) in het Duits

inspecteur:

inspecteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'inspecteur (contrôleur)
    der Inspektor; der Kontrolleur; der Inspekteur
  2. l'inspecteur (contrôleur; examinateur; inspectrice)
    der Kontrolleur; der Fahnder; der Aufsichtsbeamte; der Inspektor; der Inspekteur
  3. l'inspecteur (contrôleur; dégustateur; expert)
    der Beschauer; der Waarenprüfer
  4. l'inspecteur (plenipotentiaire; mandataire; suppléant; observateur; endossataire)
    der Bevollmächtigte; der Beauftragte
  5. l'inspecteur (inspecteur général)
    der Generalinspektor

Vertaal Matrix voor inspecteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Aufsichtsbeamte contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Beauftragte endossataire; inspecteur; mandataire; observateur; plenipotentiaire; suppléant calomnié; délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; intérimaire; mandataire; remplaçant; représentant; substitut; suppléant
Beschauer contrôleur; dégustateur; expert; inspecteur contemplateur
Bevollmächtigte endossataire; inspecteur; mandataire; observateur; plenipotentiaire; suppléant délégué; député; députée; fondé de pouvoirs; mandataire; représentant; trustee
Fahnder contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice agent de la police judiciaire; détective; enquêteur; fonctionnaire de la police judiciaire; limier; officier de la police judiciaire; prospecteur
Generalinspektor inspecteur; inspecteur général
Inspekteur contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Inspektor contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Kontrolleur contrôleur; examinateur; inspecteur; inspectrice
Waarenprüfer contrôleur; dégustateur; expert; inspecteur

Synoniemen voor "inspecteur":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van inspecteur