Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. nord:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor nord (Frans) in het Duits

nord:

nord bijvoeglijk naamwoord

  1. nord
    nord
    • nord bijvoeglijk naamwoord

nord [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le nord
    der Norden; der Nord
    • Norden [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Nord [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor nord:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Nord nord
Norden nord
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nord nord

Synoniemen voor "nord":

  • arctique; boréal; hyperboréen; polaire; nordique; septentrion; Arctique

Wiktionary: nord

nord
noun
  1. Celui des quatre point cardinal qui correspond à la direction de l’étoile polaire.
nord
noun
  1. Haupthimmelsrichtung, die Süden gegenüber und zwischen Westen und Osten liegt

Cross Translation:
FromToVia
nord Nord; Norden north — compass point
nord Norden noorden — windrichting

Verwante vertalingen van nord