Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. porte-parole:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor porte-parole (Frans) in het Duits

porte-parole:

porte-parole [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le porte-parole (orateur)
    der Wortführer; die Wortführerin; der Sprecher; der Redner; die Sprecherin
  2. le porte-parole
    Sprachrohr; der Trichter; Megaphon
  3. le porte-parole (cornet acoustique; porte-voix)
    Sprachrohr; der Megaphon

porte-parole [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la porte-parole
    die Wortführerin; die Sprecherin

Vertaal Matrix voor porte-parole:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Megaphon cornet acoustique; porte-parole; porte-voix mégaphone
Redner orateur; porte-parole conférencier; locuteur; orateur; quelqu'un qui fait un discours
Sprachrohr cornet acoustique; porte-parole; porte-voix gueulard; mégaphone; organe phonateur; porte-voix; tuyau acoustique
Sprecher orateur; porte-parole annonceurs; baffle; conférencier; enceinte; haut-parleur; locuteur; orateur; orateurs; présentateurs; quelqu'un qui fait un discours; speakers
Sprecherin orateur; porte-parole
Trichter porte-parole entonnoir; mégaphone; trou de déchargement; tuyau acoustique; vide-ordures
Wortführer orateur; porte-parole
Wortführerin orateur; porte-parole
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Trichter Entonnoir

Synoniemen voor "porte-parole":


Wiktionary: porte-parole

porte-parole
noun
  1. weibliche Person, die beauftragt ist, für andere zu sprechen

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van porte-parole