Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vadrouilleur:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vadrouilleur (Frans) in het Duits

vadrouilleur:

vadrouilleur bijvoeglijk naamwoord

  1. vadrouilleur (souvent hors de chez soi; souvent absent; souvent sorti)
    aushäusig

vadrouilleur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vadrouilleur (bon vivant; noceur; bambocheur; viveur; vieux marcheur)
    der Bummler
    • Bummler [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vadrouilleur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Bummler bambocheur; bon vivant; noceur; vadrouilleur; vieux marcheur; viveur abruti; cloche; fainéant; fêtard; misérable; nouille; paresseux
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aushäusig souvent absent; souvent hors de chez soi; souvent sorti; vadrouilleur avant tout; d'ailleurs; de même que; de plus; de surcroît; du reste; en outre; en plus; en premier lieu; ensuite; et ainsi de suite; et aussi; fini; par-dessus le marché; par-dessus tout; plus que tout; surtout; à côté