Overzicht
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. vainqueur:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor vainqueur (Frans) in het Duits

vainqueur:

vainqueur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le vainqueur (gagnant; gagnante)
    der Gewinner; der Preisträger; der Sieger
  2. le vainqueur (triomphateur)
    der Sieger; der Triumphator; der Gewinner; der Eroberer
  3. le vainqueur (gagnant)
    die Preisträger; die Sieger
  4. le vainqueur (conquérant; gagnant; gagnante)
    der Triumphator; der Sieger; der Eroberer

Vertaal Matrix voor vainqueur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Eroberer conquérant; gagnant; gagnante; triomphateur; vainqueur
Gewinner gagnant; gagnante; triomphateur; vainqueur
Preisträger gagnant; gagnante; vainqueur
Sieger conquérant; gagnant; gagnante; triomphateur; vainqueur vainqueurs
Triumphator conquérant; gagnant; gagnante; triomphateur; vainqueur

Synoniemen voor "vainqueur":


Wiktionary: vainqueur

vainqueur
noun
  1. weibliche Person, die einen Sieg erringt; weibliche Person, die einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat
  2. jemand, der einen Sieg erringt; jemand, der einen Kampf oder Wettkampf gewinnt oder gewonnen hat

Cross Translation:
FromToVia
vainqueur Gewinner; Gewinnerin; Sieger; Siegerin winner — one who has won or often wins

Computer vertaling door derden: