Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. fluctuation:
  2. Wiktionary:
Engels naar Frans:   Meer gegevens...
  1. fluctuation:
  2. fluctuate:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor fluctuation (Frans) in het Engels

fluctuation:

fluctuation [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fluctuation
    the fluctuation
  2. la fluctuation (houle; oscillation)
    the oscillation; the swinging; the swell; the sea
    • oscillation [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swinging [the ~] zelfstandig naamwoord
    • swell [the ~] zelfstandig naamwoord
    • sea [the ~] zelfstandig naamwoord
  3. la fluctuation (oscillation; ballottement; houle; balancement)
    the sway; the swing; the oscillation; the fluctuation; the swinging; the nutation
  4. la fluctuation (oscillation; remous; houle; va-et-vient)
    the oscillation

Vertaal Matrix voor fluctuation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluctuation balancement; ballottement; fluctuation; houle; oscillation
nutation balancement; ballottement; fluctuation; houle; oscillation
oscillation balancement; ballottement; fluctuation; houle; oscillation; remous; va-et-vient balancement; battant; oscillation
sea fluctuation; houle; oscillation grande tasse; mer; océan
sway balancement; ballottement; fluctuation; houle; oscillation
swell fluctuation; houle; oscillation butte; colline; houle; monticule; vadrouillé; élévation
swing balancement; ballottement; fluctuation; houle; oscillation balançoire
swinging balancement; ballottement; fluctuation; houle; oscillation
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sway balancer; bercer; brimbaler; bringuebaler; chanceler; dodeliner; osciller; se balancer; secouer; tituber; vaciller; être bercé; être houleux
swell agrandir; bouffir; construire; construire en plus; développer; enfler; gonfler; grossir; lever; prendre de l'ampleur; prendre de l'expansion; prendre du poids; rajouter une aile; s'amplifier; s'enfler; se dilater; se gonfler; élargir; étaler; étendre; évaser
swing agiter; balancer; bercer; brimbaler; bringuebaler; cahoter; chanceler; dodeliner; détourner; fluctuer; osciller; pendiller; se balancer; se déporter; secouer; sursauter; tituber; tourner; tressauter; vaciller; virer
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
swinging chancelant; fluctuant; oscillant; pendouillant; serpentant; sinueux; tortueux; vacillant
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
swell fantastique; génial; sensass
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
swell au mieux; avec éclat; avec élégamce; brillant; de première classe; excellent; fabuleux; fantastique; formidable; fringant; grandiose; impeccable; impeccablement; magnifique; merveilleux; méticuleusement; méticuleux; parfait; resplendissant; saillant; splendide; sublime; superbe; tiré à quatre épingles; très soigné; très élegant; à la perfection; éblouissant; éclatant; élégant

Synoniemen voor "fluctuation":


Wiktionary: fluctuation

fluctuation
noun
  1. variation, défaut de fixité, de permanence.
fluctuation
noun
  1. wavering; unsteadiness
  2. wavelike motion

Cross Translation:
FromToVia
fluctuation fluctuation Fluktuation — unregelmäßige, zufällige Veränderung, Schwankung; zum Beispiel die Fluktuation um einen Mittelwert oder zwischen zwei Extremen
fluctuation fluctuation fluctuatie — (meestal kleine) schommeling

Verwante vertalingen van fluctuation



Engels

Uitgebreide vertaling voor fluctuation (Engels) in het Frans

fluctuation:

fluctuation [the ~] zelfstandig naamwoord

  1. the fluctuation
    la fluctuation
  2. the fluctuation (sway; swing; oscillation; swinging; nutation)
    le ballottement; l'houle; la fluctuation; le balancement; l'oscillation

Vertaal Matrix voor fluctuation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balancement fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging oscillating movement; oscillation
ballottement fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging
fluctuation fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging oscillation; sea; swell; swinging
houle fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging alluvion; backwash; beating of the waves; oscillation; sea; swell; swinging; wash
oscillation fluctuation; nutation; oscillation; sway; swing; swinging oscillating movement; oscillation; quaking; quivering; sea; shaking; swell; swinging; trembling
- variation; wavering

Verwante woorden van "fluctuation":


Synoniemen voor "fluctuation":


Verwante definities voor "fluctuation":

  1. the quality of being unsteady and subject to changes1
    • he kept a record of price fluctuations1
  2. an instance of change; the rate or magnitude of change1
  3. a wave motion1
    • the fluctuations of the sea1

Wiktionary: fluctuation

fluctuation
noun
  1. wavering; unsteadiness
  2. wavelike motion
fluctuation
Cross Translation:
FromToVia
fluctuation fluctuation Fluktuation — unregelmäßige, zufällige Veränderung, Schwankung; zum Beispiel die Fluktuation um einen Mittelwert oder zwischen zwei Extremen
fluctuation fluctuation fluctuatie — (meestal kleine) schommeling

fluctuation vorm van fluctuate:

to fluctuate werkwoord (fluctuates, fluctuated, fluctuating)

  1. to fluctuate (vary)
    fluctuer; vaciller; osciller; tituber
    • fluctuer werkwoord (fluctue, fluctues, fluctuons, fluctuez, )
    • vaciller werkwoord (vacille, vacilles, vacillons, vacillez, )
    • osciller werkwoord (oscille, oscilles, oscillons, oscillez, )
    • tituber werkwoord (titube, titubes, titubons, titubez, )

Conjugations for fluctuate:

present
  1. fluctuate
  2. fluctuate
  3. fluctuates
  4. fluctuate
  5. fluctuate
  6. fluctuate
simple past
  1. fluctuated
  2. fluctuated
  3. fluctuated
  4. fluctuated
  5. fluctuated
  6. fluctuated
present perfect
  1. have fluctuated
  2. have fluctuated
  3. has fluctuated
  4. have fluctuated
  5. have fluctuated
  6. have fluctuated
past continuous
  1. was fluctuating
  2. were fluctuating
  3. was fluctuating
  4. were fluctuating
  5. were fluctuating
  6. were fluctuating
future
  1. shall fluctuate
  2. will fluctuate
  3. will fluctuate
  4. shall fluctuate
  5. will fluctuate
  6. will fluctuate
continuous present
  1. am fluctuating
  2. are fluctuating
  3. is fluctuating
  4. are fluctuating
  5. are fluctuating
  6. are fluctuating
subjunctive
  1. be fluctuated
  2. be fluctuated
  3. be fluctuated
  4. be fluctuated
  5. be fluctuated
  6. be fluctuated
diverse
  1. fluctuate!
  2. let's fluctuate!
  3. fluctuated
  4. fluctuating
1. I, 2. you, 3. he/she/it, 4. we, 5. you, 6. they

Vertaal Matrix voor fluctuate:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fluctuer fluctuate; vary dangle; oscillate; rock; swing; swing to and fro
osciller fluctuate; vary blaze; craddle; cradle; dangle; falter; flame; heave; lever; lull; oscillate; rock; roll; stagger; sway; swing; swing to and fro; whirl; wobble; wrench
tituber fluctuate; vary craddle; dangle; heave; lull; oscillate; rock; roll; stagger; sway; swing; swing to and fro; waddle; wobble
vaciller fluctuate; vary blaze; craddle; dangle; falter; flame; heave; lull; oscillate; rock; roll; stagger; sway; swing; swing to and fro; whirl; wobble
- vacillate; waver

Verwante woorden van "fluctuate":


Synoniemen voor "fluctuate":


Verwante definities voor "fluctuate":

  1. be unstable1
    • The stock market fluctuates1
  2. move or sway in a rising and falling or wavelike pattern1
  3. cause to fluctuate or move in a wavelike pattern1

Wiktionary: fluctuate

fluctuate
verb
  1. to vary irregularly; to swing
  2. to undulate
fluctuate
verb
  1. connaître des hauts et des bas.

Cross Translation:
FromToVia
fluctuate fluctuer fluctueren — onregelmatig variëren (binnen bepaalde grenzen), schommelen

Verwante vertalingen van fluctuation