Overzicht
Frans naar Engels:   Meer gegevens...
  1. maraîcher:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor maraîcher (Frans) in het Engels

maraîcher:

maraîcher [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le maraîcher (horticulteur; cultivateur)
    the horticulturist
  2. le maraîcher (jardin potager)
    the kitchen-garden

Vertaal Matrix voor maraîcher:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
horticulturist cultivateur; horticulteur; maraîcher horticulteur
kitchen-garden jardin potager; maraîcher

Synoniemen voor "maraîcher":


Wiktionary: maraîcher

maraîcher
noun
  1. Qui pratique la culture des fruits et légumes
maraîcher
noun
  1. A farmer who grows things